Het was in de sinterklaastijd. Maar ik merkte al een paar dagen aan Rinske van 8, dat ze niet lekker in haar vel zat. Haar gebruikelijke schwung was verdwenen. En na de gymles kwam ik erachter wat haar precies dwarszat.
Het begon er namelijk mee dat haar klasgenootjes verbijsterd uit het kleedlokaal kwamen rennen omdat die Rinske zomaar beweerde dat Sinterklaas helemaal niet bestaat! Als leerkracht van groep 4 – dus als beschermer van alle goedgelovigen – nam ik haar even apart en vroeg haar waarom ze dat tegen de andere meisjes zei. En al snel smolt Rinskes alwetende façade en kwamen de tranen. Tussen de snikken door vertelde ze: ‘Wij doen thuis alles met Kerstmis. En nou is Sinterklaas al met de boot aangekomen in Nederland, maar heb ik toch nog helemaal geen één cadeautje in de schoen gehad. En als het 5 december is krijg ik ook helemaal niks, want wij doen alles met Kerstmis. Maar nou vragen de andere kinderen steeds wat ik al gekregen heb en dan kan ik niks vertellen.’
Natuurlijk begreep ik haar dilemma. Dus stelde ik voor dat ze mamma zou vragen om alvast een klein cadeautje voor 5 december te regelen. ‘Dan kun jij de dag na sinterklaas ook iets laten zien in de klas, net als alle andere kinderen.’ Bovendien, zo meldde ik, zou ik er ook nog wel even met mamma over praten om dit op te lossen, want helemaal niets van Sinterklaas krijgen als 8-jarige is uiteraard verschrikkelijk.
Helemaal niets met Sinterklaas krijgen als 8-jarige is uiteraard verschrikkelijk
Nog dezelfde dag sprak ik moeder aan op het schoolplein. Ze verontschuldigde zich dat Rinske het grote geheim van Sinterklaas al verklapt had. Ze dacht dat de tijd gekomen was om het te vertellen, maar gaandeweg kwam ze erachter dat Rinske nog een vurige gelovige was… ‘Maarre, ze krijgt genoeg cadeautjes, hoor’, vervolgde moeder. Ik probeerde uit te leggen, dat in een klas vol goedgelovigen niet zozeer de hoeveelheid aan geschenken telt, maar wél het tijdstip waarop ze komen.
De volgende dag kwam Rinske naar school en bracht haar gebruikelijke enthousiasme gelukkig weer mee. Ik vroeg haar of zij ook met moeder over de Sinterklaascadeautjes had gesproken. ‘Ja hoor’, zei ze blij. ‘We gaan bij oma pakjesavond doen.’ Tevreden glimlachte ik. Ik ging er zélf bijna weer door geloven. Alleen de Sint kon die pakjesavond zo snel regelen, toch?
0 reacties